Niederländisch
Detailübersetzungen für ontroerend (Niederländisch) ins Englisch
ontroerend:
-
ontroerend (hartroerend; aangrijpend; hartveroverend; roerend; emotioneel)
touching; compelling; heart warming; emotional; stirring; gripping; moving; thrilling-
touching Adjektiv
-
compelling Adjektiv
-
heart warming Adjektiv
-
emotional Adjektiv
-
stirring Adjektiv
-
gripping Adjektiv
-
moving Adjektiv
-
thrilling Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für ontroerend:
Wiktionary Übersetzungen für ontroerend:
ontroerend
ontroerend
adjective
-
that causes someone to feel emotion
ontroerend form of ontroeren:
-
ontroeren (treffen; raken)
-
ontroeren (aangrijpen)
Konjugationen für ontroeren:
o.t.t.
- ontroer
- ontroert
- ontroert
- ontroeren
- ontroeren
- ontroeren
o.v.t.
- ontroerde
- ontroerde
- ontroerde
- ontroerden
- ontroerden
- ontroerden
v.t.t.
- ben ontroerd
- bent ontroerd
- is ontroerd
- zijn ontroerd
- zijn ontroerd
- zijn ontroerd
v.v.t.
- was ontroerd
- was ontroerd
- was ontroerd
- waren ontroerd
- waren ontroerd
- waren ontroerd
o.t.t.t.
- zal ontroeren
- zult ontroeren
- zal ontroeren
- zullen ontroeren
- zullen ontroeren
- zullen ontroeren
o.v.t.t.
- zou ontroeren
- zou ontroeren
- zou ontroeren
- zouden ontroeren
- zouden ontroeren
- zouden ontroeren
diversen
- ontroer!
- ontroert!
- ontroerd
- ontroerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze