Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- aanvoelen:
-
Wiktionary:
- aanvoelen → sense
- aanvoelen → feel, experience, sense, grope, finger, touch, give off an odour, reek, smell
Niederländisch
Detailübersetzungen für aanvoelen (Niederländisch) ins Englisch
aanvoelen:
-
aanvoelen (voorvoelen)
Konjugationen für aanvoelen:
o.t.t.
- voel aan
- voelt aan
- voelt aan
- voelen aan
- voelen aan
- voelen aan
o.v.t.
- voelde aan
- voelde aan
- voelde aan
- voelden aan
- voelden aan
- voelden aan
v.t.t.
- heb aangevoeld
- hebt aangevoeld
- heeft aangevoeld
- hebben aangevoeld
- hebben aangevoeld
- hebben aangevoeld
v.v.t.
- had aangevoeld
- had aangevoeld
- had aangevoeld
- hadden aangevoeld
- hadden aangevoeld
- hadden aangevoeld
o.t.t.t.
- zal aanvoelen
- zult aanvoelen
- zal aanvoelen
- zullen aanvoelen
- zullen aanvoelen
- zullen aanvoelen
o.v.t.t.
- zou aanvoelen
- zou aanvoelen
- zou aanvoelen
- zouden aanvoelen
- zouden aanvoelen
- zouden aanvoelen
diversen
- voel aan!
- voelt aan!
- aangevoeld
- aanvoelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für aanvoelen:
Wiktionary Übersetzungen für aanvoelen:
aanvoelen
Cross Translation:
verb
-
gevoel hebben voor, bij intuïtie begrijpen
- aanvoelen → sense
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanvoelen | → feel; experience; sense | ↔ ressentir — Sentir, éprouver. |
• aanvoelen | → feel; sense; grope; finger; touch; give off an odour; reek; smell | ↔ sentir — Traductions à trier suivant le sens |
- 1WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University
- 2Copyright 2001-2012 Interglot