Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->Suche: handboor

Niederländische und englische Suchergebnisse für: handboor

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

handboor:
- hand drill; gimlet; drill; brace and bit
Wiktionary:
- handboor → brace, bitbrace, bitstock

Niederländisch

Detailübersetzungen für handboor (Niederländisch) ins Englisch

handboor:

handboor [de ~] Nomen

de handboor (draaiboor)
the hand drill; the gimlet; the drill; the brace and bit
- hand drill [the ~] Nomen
- gimlet [the ~] Nomen
- drill [the ~] Nomen
- brace and bit [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für handboor:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
brace and bit	draaiboor; handboor
drill	draaiboor; handboor	boor; boormachine; drilboor; klopboor; oefening; vaardigheidsoefening
gimlet	draaiboor; handboor	boortje; kleine boor
hand drill	draaiboor; handboor	handboormachine
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
drill		aanboren; boren; doorboren; exerceren; gaatjes maken in; perforeren

Verwandte Wörter für "handboor":

handboren

Wiktionary Übersetzungen für handboor:

Cross Translation:

From	To	Via
• handboor	→ brace; bitbrace; bitstock	↔ vilebrequin — Manivelle porte-foret

Englisch

Detailübersetzungen für handboor (Englisch) ins Niederländisch

handboor: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

hand: hand; poot; klauw; jat; knuist; wijzer; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; medewerker; werknemer; arbeider; personeelslid; werkkracht; arbeidskracht; klerk; reiken; aanbieden; handje; werker; werkman; knecht; handdruk; boerenknecht; hulpje
boor: boer; onbeschofte man; lummel; pummel; heikneuter; boerenkinkel; barbaar; proleet; vlegel; hork; lomperd; kinkel