Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. wanordelijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wanordelijk (Niederländisch) ins Englisch

wanordelijk:

wanordelijk Adjektiv

  1. wanordelijk (onordelijk; ordeloos)
    untidy; unkempt
  2. wanordelijk (ongeregeld; slordig; rommelig; onordelijk; ordeloos)
    disorganized; disorderly; disorganised

Übersetzung Matrix für wanordelijk:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
untidy slordig maken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
disorderly ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk chaotisch; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; ongeordend; ongeregeld; ongesystematiseerd; ordeloos; rommelig
disorganised ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; ordeloos
disorganized ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; ordeloos
unkempt onordelijk; ordeloos; wanordelijk
untidy onordelijk; ordeloos; wanordelijk ongeordend; ongesystematiseerd; ordeloos

Verwandte Wörter für "wanordelijk":


Wiktionary Übersetzungen für wanordelijk:

wanordelijk
adjective
  1. in a disorderly state; causing mess or confusion; chaotic; disorderly
  2. Extremely disorganized or in disarray
  3. disorderly, chaotic