Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. wit wegtrekken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wit wegtrekken (Niederländisch) ins Deutsch

wit wegtrekken:

wit wegtrekken Verb

  1. wit wegtrekken (bleek worden)
    schießen; verblassen; bleichen; erbleichen; auswaschen; erblassen
    • schießen Verb (schieße, schiessest, schießt, schoß, schoßt, geschossen)
    • verblassen Verb (verblasse, verblasst, verblasste, verblasstet, verblaßt)
    • bleichen Verb (bleiche, bleichst, bleicht, bleichte, bleichtet, gebleicht)
    • erbleichen Verb (erbleiche, erbleichst, erbleicht, erbleichte, erbleichtet, erbleicht)
    • auswaschen Verb (wasche aus, wäschst aus, wäscht aus, wuscht aus, ausgewaschen)
    • erblassen Verb (erblasse, erblasst, erblasste, erblasstet, erblasst)

Übersetzung Matrix für wit wegtrekken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
auswaschen bleek worden; wit wegtrekken omspoelen met water; tanen; uitspoelen; uitwassen; verbleken; vervagen
bleichen bleek worden; wit wegtrekken bleken; opbleken; tanen; vaal worden; verbleken; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen
erblassen bleek worden; wit wegtrekken bleek worden; bleken; opbleken; tanen; vaal worden; van kleur veranderen; verbleken; verflauwen; verkleuren; verschieten; verslappen; vervagen; vervalen; wit worden
erbleichen bleek worden; wit wegtrekken bleek worden; bleken; opbleken; tanen; vaal worden; van kleur veranderen; verbleken; verflauwen; verkleuren; verschieten; verslappen; vervagen; vervalen; wit worden
schießen bleek worden; wit wegtrekken afschieten; afvuren; schieten; schoten lossen; vuren
verblassen bleek worden; wit wegtrekken bleek worden; tanen; vaal worden; verbleken; verflauwen; verkleuren; verschieten; verslappen; vervagen; vervalen; wit worden

Verwandte Übersetzungen für wit wegtrekken