Niederländisch

Detailübersetzungen für wezenloosheid (Niederländisch) ins Deutsch

wezenloos:

wezenloos Adjektiv

  1. wezenloos (leeg; uitdrukkingsloos)
    leer; ausdruckslos
  2. wezenloos (uitdrukkingsloos; leeg; wazig; nietszeggend; glazig)

Übersetzung Matrix für wezenloos:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausdruckslos glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos grondeloos; onpeilbaar
glasig glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos doorschijnend; doorzichtig; glasachtig; glazig; transparant
leer glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos blanco; hol; ijdel; inhoudsloos; ledig; leeg; loos; nietszeggend; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschreven; onbewoond; onbezet; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; oningevuld; vrij; zonder inhoud; zonder taak
nichtssagend glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend
unwesentlich glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos futiel; niet-essentieel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend

Verwandte Wörter für "wezenloos":

  • wezenloosheid

Wiktionary Übersetzungen für wezenloos:


Cross Translation:
FromToVia
wezenloos indolent; teilnahmslos; apathisch; stumpf; unempfindlich; leidenschaftslos; gefühllos apathique — vieux|fr Qui souffrir d’apathie.