Niederländisch
Detailübersetzungen für wegwaaien (Niederländisch) ins Deutsch
wegwaaien:
-
wegwaaien (wegstuiven; verwaaien)
Konjugationen für wegwaaien:
o.t.t.
- waai weg
- waait weg
- waait weg
- waaien weg
- waaien weg
- waaien weg
o.v.t.
- waaide weg
- waaide weg
- waaide weg
- waaiden weg
- waaiden weg
- waaiden weg
v.t.t.
- ben weggewaaid
- bent weggewaaid
- is weggewaaid
- zijn weggewaaid
- zijn weggewaaid
- zijn weggewaaid
v.v.t.
- was weggewaaid
- was weggewaaid
- was weggewaaid
- waren weggewaaid
- waren weggewaaid
- waren weggewaaid
o.t.t.t.
- zal wegwaaien
- zult wegwaaien
- zal wegwaaien
- zullen wegwaaien
- zullen wegwaaien
- zullen wegwaaien
o.v.t.t.
- zou wegwaaien
- zou wegwaaien
- zou wegwaaien
- zouden wegwaaien
- zouden wegwaaien
- zouden wegwaaien
diversen
- waai weg!
- waait weg!
- weggewaaid
- wegwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wegwaaien:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
davoneilen | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | lopend weggaan; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegdraven; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; wegstuiven; zich vrijmaken |
fortfliegen | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | afvliegen; ontvlieden; opstijgen; wegvliegen |
verwehen | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | |
wegfliegen | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | afvliegen; opstijgen; wegvliegen |
wegsausen | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | |
wegwehen | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien |