Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. voortschuiven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voortschuiven (Niederländisch) ins Deutsch

voortschuiven:

voortschuiven Verb (schuif voort, schuift voort, schoof voort, schoven voort, voortgeschoven)

  1. voortschuiven (schuiven)
    schieben; weiterschieben

Konjugationen für voortschuiven:

o.t.t.
  1. schuif voort
  2. schuift voort
  3. schuift voort
  4. schuiven voort
  5. schuiven voort
  6. schuiven voort
o.v.t.
  1. schoof voort
  2. schoof voort
  3. schoof voort
  4. schoven voort
  5. schoven voort
  6. schoven voort
v.t.t.
  1. ben voortgeschoven
  2. bent voortgeschoven
  3. is voortgeschoven
  4. zijn voortgeschoven
  5. zijn voortgeschoven
  6. zijn voortgeschoven
v.v.t.
  1. was voortgeschoven
  2. was voortgeschoven
  3. was voortgeschoven
  4. waren voortgeschoven
  5. waren voortgeschoven
  6. waren voortgeschoven
o.t.t.t.
  1. zal voortschuiven
  2. zult voortschuiven
  3. zal voortschuiven
  4. zullen voortschuiven
  5. zullen voortschuiven
  6. zullen voortschuiven
o.v.t.t.
  1. zou voortschuiven
  2. zou voortschuiven
  3. zou voortschuiven
  4. zouden voortschuiven
  5. zouden voortschuiven
  6. zouden voortschuiven
diversen
  1. schuif voort!
  2. schuift voort!
  3. voortgeschoven
  4. voortschuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voortschuiven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
schieben schuiven; voortschuiven aanduwen; dringen; duwen; een por geven; een prestatie leveren; functioneren; karren; knorren; knorrend geluid maken; kruien; porren; presteren; stoten; zwart verhandelen
weiterschieben schuiven; voortschuiven