Niederländisch
Detailübersetzungen für verdacht maken (Niederländisch) ins Deutsch
verdacht maken:
verdacht maken Verb (maak verdacht, maakt verdacht, maakte verdacht, maakten verdacht, verdacht gemaakt)
-
verdacht maken (beschuldigen; verdenken; incrimineren; betichten)
verdächtigen; beschuldigen; anklagen-
verdächtigen Verb (verdächtige, verdächtigst, verdächtigt, verdächtigte, verdächtigtet, verdâchtigt)
-
beschuldigen Verb (beschuldige, beschuldigst, beschuldigt, beschuldigte, beschuldigtet, beschuldigt)
-
Konjugationen für verdacht maken:
o.t.t.
- maak verdacht
- maakt verdacht
- maakt verdacht
- maken verdacht
- maken verdacht
- maken verdacht
o.v.t.
- maakte verdacht
- maakte verdacht
- maakte verdacht
- maakten verdacht
- maakten verdacht
- maakten verdacht
v.t.t.
- heb verdacht gemaakt
- hebt verdacht gemaakt
- heeft verdacht gemaakt
- hebben verdacht gemaakt
- hebben verdacht gemaakt
- hebben verdacht gemaakt
v.v.t.
- had verdacht gemaakt
- had verdacht gemaakt
- had verdacht gemaakt
- hadden verdacht gemaakt
- hadden verdacht gemaakt
- hadden verdacht gemaakt
o.t.t.t.
- zal verdacht maken
- zult verdacht maken
- zal verdacht maken
- zullen verdacht maken
- zullen verdacht maken
- zullen verdacht maken
o.v.t.t.
- zou verdacht maken
- zou verdacht maken
- zou verdacht maken
- zouden verdacht maken
- zouden verdacht maken
- zouden verdacht maken
diversen
- maak verdacht!
- maakt verdacht!
- verdacht gemaakt
- verdacht makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verdacht maken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
anklagen | beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken | aanklagen; beschuldigen; betichten; chargeren; overdrijven; ten laste leggen; tenlaste leggen |
beschuldigen | beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken | chargeren; overdrijven; tenlaste leggen |
verdächtigen | beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken |