Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- verblijdend:
- verblijden:
-
Wiktionary:
- verblijden → erfreuen
Niederländisch
Detailübersetzungen für verblijdend (Niederländisch) ins Deutsch
verblijdend:
-
verblijdend (heugelijk; heuglijk)
angenehm; erfreulich; vergnüglich; gefällig; denkwürdig-
angenehm Adjektiv
-
erfreulich Adjektiv
-
vergnüglich Adjektiv
-
gefällig Adjektiv
-
denkwürdig Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für verblijdend:
verblijdend form of verblijden:
-
verblijden (verheugd; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken)
Konjugationen für verblijden:
o.t.t.
- verblijd
- verblijdt
- verblijdt
- verblijden
- verblijden
- verblijden
o.v.t.
- verblijdde
- verblijdde
- verblijdde
- verblijdden
- verblijdden
- verblijdden
v.t.t.
- heb verblijd
- hebt verblijd
- heeft verblijd
- hebben verblijd
- hebben verblijd
- hebben verblijd
v.v.t.
- had verblijd
- had verblijd
- had verblijd
- hadden verblijd
- hadden verblijd
- hadden verblijd
o.t.t.t.
- zal verblijden
- zult verblijden
- zal verblijden
- zullen verblijden
- zullen verblijden
- zullen verblijden
o.v.t.t.
- zou verblijden
- zou verblijden
- zou verblijden
- zouden verblijden
- zouden verblijden
- zouden verblijden
diversen
- verblijd!
- verblijdt!
- verblijd
- verblijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verblijden:
Wiktionary Übersetzungen für verblijden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verblijden | → erfreuen | ↔ réjouir — donner de la joie. |