Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- verankeren:
-
Wiktionary:
- verankeren → ankern, festmachen, verankern, wurzeln
Niederländisch
Detailübersetzungen für verankeren (Niederländisch) ins Deutsch
verankeren:
-
verankeren
-
verankeren
Konjugationen für verankeren:
o.t.t.
- veranker
- verankert
- verankert
- verankeren
- verankeren
- verankeren
o.v.t.
- verankerde
- verankerde
- verankerde
- verankerden
- verankerden
- verankerden
v.t.t.
- heb verankerd
- hebt verankerd
- heeft verankerd
- hebben verankerd
- hebben verankerd
- hebben verankerd
v.v.t.
- had verankerd
- had verankerd
- had verankerd
- hadden verankerd
- hadden verankerd
- hadden verankerd
o.t.t.t.
- zal verankeren
- zult verankeren
- zal verankeren
- zullen verankeren
- zullen verankeren
- zullen verankeren
o.v.t.t.
- zou verankeren
- zou verankeren
- zou verankeren
- zouden verankeren
- zouden verankeren
- zouden verankeren
diversen
- veranker!
- verankert!
- verankerd
- verankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verankeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
festmachen | verankeren | aan elkaar bevestigen; aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aanleggen; aanmeren; afbinden; afmeren; afsnoeren; bepalen; bevestigen; determineren; ergens aan bevestigen; in de val laten lopen; knopen; meren; strikken; vastbinden; vastknopen; vastleggen; vastmaken; vastmeren; vastsjorren; vaststellen; vastzetten; verbinden; verzekeren |
verankern | verankeren | aanleggen; aanmeren; afmeren; bevestigen; meren; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren; vastzetten; verbinden; verzekeren |
Wiktionary Übersetzungen für verankeren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verankeren | → ankern | ↔ anchor — to hold an object to a fixed point |
• verankeren | → festmachen | ↔ moor — to secure or fix firmly |
• verankeren | → verankern; ankern; wurzeln | ↔ ancrer — (vieilli) marine|fr jeter l’ancre. |