Niederländisch
Detailübersetzungen für vaat doen (Niederländisch) ins Deutsch
vaat doen:
-
vaat doen (afwassen)
Konjugationen für vaat doen:
o.t.t.
- doe vaat
- doet vaat
- doet vaat
- doen vaat
- doen vaat
- doen vaat
o.v.t.
- deed vaat
- deed vaat
- deed vaat
- deden vaat
- deden vaat
- deden vaat
v.t.t.
- heb vaat gedaan
- hebt vaat gedaan
- heeft vaat gedaan
- hebben vaat gedaan
- hebben vaat gedaan
- hebben vaat gedaan
v.v.t.
- had vaat gedaan
- had vaat gedaan
- had vaat gedaan
- hadden vaat gedaan
- hadden vaat gedaan
- hadden vaat gedaan
o.t.t.t.
- zal vaat doen
- zult vaat doen
- zal vaat doen
- zullen vaat doen
- zullen vaat doen
- zullen vaat doen
o.v.t.t.
- zou vaat doen
- zou vaat doen
- zou vaat doen
- zouden vaat doen
- zouden vaat doen
- zouden vaat doen
en verder
- ben vaat gedaan
- bent vaat gedaan
- is vaat gedaan
- zijn vaat gedaan
- zijn vaat gedaan
- zijn vaat gedaan
diversen
- doe vaat!
- doet vaat!
- vaat gedaan
- vaat doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vaat doen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
abwaschen | afwassen; vaat doen | |
spülen | afwassen; vaat doen | aandrijven; aanspoelen; doorspoelen; doortrekken; spoelen; wegspoelen |