Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- uitgelezen:
- uitlezen:
-
Wiktionary:
- uitgelezen → erlesen
- uitlezen → annehmen, akzeptieren, entgegennehmen, im Empfang nehmen, aufnehmen, auf sich nehmen, sich gefallen lassen, hinnehmen, eingehen auf, einwilligen in, auslesen, wählen, auswählen, erwählen, aussuchen, eine Auswahl treffen, adoptieren, an Kindes statt annehemen, zu sich nehmen, übernehmen, sich zu eigen machen, erkiesen, auserwählen, bestimmen, andeuten, markieren, zeichnen, anzeichnen, kennzeichnen, angeben, weisen, anweisen, hinweisen, zeigen, entscheiden, optiren
Niederländisch
Detailübersetzungen für uitgelezen (Niederländisch) ins Deutsch
uitgelezen:
-
uitgelezen (heel mooi)
-
uitgelezen (voortreffelijk; subliem; superbe; uitstekend; puik; briljant; excellent; uitmuntend; uitgezocht; uitnemend)
ausgezeichnet; vortrefflich; vorzüglich-
ausgezeichnet Adjektiv
-
vortrefflich Adjektiv
-
vorzüglich Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für uitgelezen:
Verwandte Wörter für "uitgelezen":
Wiktionary Übersetzungen für uitgelezen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitgelezen | → erlesen | ↔ choice — especially good or preferred |
uitlezen:
-
uitlezen (aflezen)
auslesen; ablesen; auswählen; sortieren; sieben; sichten; verlesen; heraussuchen; herauspicken-
heraussuchen Verb (suche heraus, suchst heraus, sucht heraus, suchte heraus, suchtet heraus, herausgesucht)
-
herauspicken Verb (picke heraus, pickst heraus, pickt heraus, pickte heraus, picktet heraus, herausgepickt)
Konjugationen für uitlezen:
o.t.t.
- lees uit
- leest uit
- leest uit
- lezen uit
- lezen uit
- lezen uit
o.v.t.
- las uit
- las uit
- las uit
- lazen uit
- lazen uit
- lazen uit
v.t.t.
- heb uitgelezen
- hebt uitgelezen
- heeft uitgelezen
- hebben uitgelezen
- hebben uitgelezen
- hebben uitgelezen
v.v.t.
- had uitgelezen
- had uitgelezen
- had uitgelezen
- hadden uitgelezen
- hadden uitgelezen
- hadden uitgelezen
o.t.t.t.
- zal uitlezen
- zult uitlezen
- zal uitlezen
- zullen uitlezen
- zullen uitlezen
- zullen uitlezen
o.v.t.t.
- zou uitlezen
- zou uitlezen
- zou uitlezen
- zouden uitlezen
- zouden uitlezen
- zouden uitlezen
en verder
- ben uitgelezen
- bent uitgelezen
- is uitgelezen
- zijn uitgelezen
- zijn uitgelezen
- zijn uitgelezen
diversen
- lees uit!
- leest uit!
- uitgelezen
- uitlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uitlezen:
Wiktionary Übersetzungen für uitlezen:
Cross Translation: