Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. uit elkaar plaatsen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uit elkaar plaatsen (Niederländisch) ins Deutsch

uit elkaar plaatsen:

uit elkaar plaatsen Verb

  1. uit elkaar plaatsen (uiteenzetten; uiteenplaatsen)
    auseinandersetzen; spreizen
    • auseinandersetzen Verb (setze auseinander, setzt auseinander, setzte auseinander, setztet auseinander, auseinandergesetzt)
    • spreizen Verb (spreize, spreizt, spreizte, spreiztet, gespreizt)

Übersetzung Matrix für uit elkaar plaatsen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
auseinandersetzen uit elkaar plaatsen; uiteenplaatsen; uiteenzetten accentueren; argumenteren; begrijpelijk maken; belichten; beredeneren; nader bespreken; nader verklaren; ontvouwen; ophelderen; opklaren; redeneren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; verhelderen; verklaren
spreizen uit elkaar plaatsen; uiteenplaatsen; uiteenzetten

Verwandte Übersetzungen für uit elkaar plaatsen