Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für schreden (Niederländisch) ins Deutsch
schreden:
-
de schreden (voetstappen; stappen; treden; passen)
Übersetzung Matrix für schreden:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Fußstapfen | passen; schreden; stappen; treden; voetstappen | voetafdruk; voetstap |
Schritte | passen; schreden; stappen; treden; voetstappen | kruizen |
Tritte | passen; schreden; stappen; treden; voetstappen |
Verwandte Wörter für "schreden":
schreden form of schrede:
Übersetzung Matrix für schrede:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Schritt | pas; schrede; stap | tred; voetafdruk; voetstap |
Tritt | pas; schrede; stap | fietstrapper; trapper; voetafdruk; voetstap |
Verwandte Wörter für "schrede":
schreden form of schrijden:
-
schrijden (waardig lopen)
Konjugationen für schrijden:
o.t.t.
- schrijd
- schrijdt
- schrijdt
- schrijden
- schrijden
- schrijden
o.v.t.
- schreed
- schreed
- schreed
- schreden
- schreden
- schreden
v.t.t.
- ben geschreden
- bent geschreden
- is geschreden
- zijn geschreden
- zijn geschreden
- zijn geschreden
v.v.t.
- was geschreden
- was geschreden
- was geschreden
- waren geschreden
- waren geschreden
- waren geschreden
o.t.t.t.
- zal schrijden
- zult schrijden
- zal schrijden
- zullen schrijden
- zullen schrijden
- zullen schrijden
o.v.t.t.
- zou schrijden
- zou schrijden
- zou schrijden
- zouden schrijden
- zouden schrijden
- zouden schrijden
diversen
- schrijd!
- schrijdt!
- geschreden
- schrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für schrijden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
schreiten | schrijden; waardig lopen | de hort op gaan; gaan; lopen; stappen; uitgaan; voortschrijden; zich voortbewegen |