Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. schaapachtig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schaapachtig (Niederländisch) ins Deutsch

schaapachtig:

schaapachtig Adjektiv

  1. schaapachtig
    blöde; dämlich; treudoof; schafsköpfig
  2. schaapachtig

Übersetzung Matrix für schaapachtig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Schafartig schaapachtig
blöde schaapachtig achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; redeloos; stupide; typisch; verstandeloos; vreemd; zonder verstand; zot
dämlich schaapachtig achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; eigenaardig; geesteloos; gek; geschift; gestoord; getikt; hersenloos; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onnozel; onverstandig; redeloos; stompzinnig; stupide; typisch; verstandeloos; vreemd; zonder verstand; zot
einfältig schaapachtig achtergebleven; achterlijk; dwaas; eenvoudig; goedgelovig; idioot; in een handomdraai; licht; lichtgelovig; lichtwegend; minderbegaafd; moeiteloos; naïef; onbezonnen; ongecompliceerd; simpel; sullig; vanzelf; zonder moeite
schafsköpfig schaapachtig
treudoof schaapachtig

Verwandte Wörter für "schaapachtig":

  • schaapachtige

Wiktionary Übersetzungen für schaapachtig:


Cross Translation:
FromToVia
schaapachtig albern; dumm idiotignare, ignorant.
schaapachtig albern; dumm; idiotisch; blödsinnig stupide — Qui frapper de stupeur.