Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. schaamteloosheid:
  2. schaamteloos:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schaamteloosheid (Niederländisch) ins Deutsch

schaamteloosheid:

schaamteloosheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de schaamteloosheid (onbeschaamdheid; onbeschoftheid; inbeelding; )
    die Indiskretion; die Frechheit; die Unverschämtheit; die Impertinenz

Übersetzung Matrix für schaamteloosheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Frechheit inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing botheid; brutaliteit; impertinentie; lompheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; vrijpostigheid
Impertinenz inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing
Indiskretion inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing indiscretie; onbescheidenheid; onwelvoeglijkheid
Unverschämtheit inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing botheid; brutaliteit; impertinentie; lompheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; vrijpostigheid

Verwandte Wörter für "schaamteloosheid":


schaamteloos:

schaamteloos Adjektiv

  1. schaamteloos
    schamlos; frivol

Übersetzung Matrix für schaamteloos:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
frivol schaamteloos amoreel; frivool; hups; immoreel; lichtzinnig; losbandig; obsceen; oneerbaar; ongepast; onkies; ontaard; onvertogen; onzedelijk; onzedig; pikant; scabreus; schuin; verkeerd; vies; vunzig; wuft; zedeloos; zinnenprikkelend
schamlos schaamteloos amoreel; banaal; brutaal; gemeen; grof; hondsbrutaal; immoreel; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; obsceen; onbeleefd; onedel; ongemanierd; ongepast; onkies; onvertogen; onzedelijk; onzedig; plat; platvloers; ploertig; schandalig; schuin; schunnig; triviaal; verfoeilijk; verkeerd; vies; vrijpostig; vunzig; zedeloos

Verwandte Wörter für "schaamteloos":


Wiktionary Übersetzungen für schaamteloos:


Cross Translation:
FromToVia
schaamteloos kühn; dreist; unverfroren audacious — impudent
schaamteloos schamlos shameless — having no shame