Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. roezemoezen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für roezemoezen (Niederländisch) ins Deutsch

roezemoezen:

roezemoezen Verb

  1. roezemoezen
    poltern; rumpeln; rumoren; herumwirtschaften
    • poltern Verb (poltere, polterst, poltert, polterte, poltertet, gepoltert)
    • rumpeln Verb (rumpele, rumpelst, rumpelt, rumpelte, rumpeltet, gerumpelt)
    • rumoren Verb (rumore, rumorst, rumort, rumorte, rumortet, rumort)
    • herumwirtschaften Verb (wirtschafte herum, wirtschaftest herum, wirtschaftet herum, wirtschaftete herum, wirtschaftetet herum, herumgewirtschaftet)

Übersetzung Matrix für roezemoezen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
herumwirtschaften roezemoezen
poltern roezemoezen blaffen; brullen; bulderen; daveren; het uitgillen; klossen; lopen met geluid; schreeuwen; stommelen; uitroepen; uitschreeuwen
rumoren roezemoezen honger hebben; rammelen
rumpeln roezemoezen kletteren; rammelen