Niederländisch
Detailübersetzungen für reïncarneren (Niederländisch) ins Deutsch
reïncarneren:
-
reïncarneren
wiedergeboren werden-
wiedergeboren werden Verb (werde wiedergeboren, wirst wiedergeboren, wird, wurde wiedergeboren, wurdet wiedergeboren, wiedergeboren geworden)
-
Konjugationen für reïncarneren:
o.t.t.
- reïncarneer
- reïncarneert
- reïncarneert
- reïncarneren
- reïncarneren
- reïncarneren
o.v.t.
- reïncarneerde
- reïncarneerde
- reïncarneerde
- reïncarneerden
- reïncarneerden
- reïncarneerden
v.t.t.
- ben gereïncarneerd
- bent gereïncarneerd
- is gereïncarneerd
- zijn gereïncarneerd
- zijn gereïncarneerd
- zijn gereïncarneerd
v.v.t.
- was gereïncarneerd
- was gereïncarneerd
- was gereïncarneerd
- waren gereïncarneerd
- waren gereïncarneerd
- waren gereïncarneerd
o.t.t.t.
- zal reïncarneren
- zult reïncarneren
- zal reïncarneren
- zullen reïncarneren
- zullen reïncarneren
- zullen reïncarneren
o.v.t.t.
- zou reïncarneren
- zou reïncarneren
- zou reïncarneren
- zouden reïncarneren
- zouden reïncarneren
- zouden reïncarneren
diversen
- reïncarneer!
- reïncarneert!
- gereïncarneerd
- reïncarnerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für reïncarneren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
wiedergeboren werden | reïncarneren |