Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze ploerten

übersetze ploerten von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

ploerten:
- Schweine; Schufte
ploert:
- Weibsstück; Mistweib; Miststück
Wiktionary:
- ploert → Halunke
- ploert → Bandit, Canaille, Kanaille, Schuft, Schurke

Niederländisch

Detailübersetzungen für ploerten (Niederländisch) ins Deutsch

ploerten:

ploerten [de ~] Nomen, Plural

de ploerten
die Schweine; die Schufte
- Schweine [die ~] Nomen
- Schufte [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für ploerten:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Schufte	ploerten	achterbakse personen; boeven; gemeneriken; horken; hufters; onbetrouwbare kerels; rabauwen; rotzakken; schoeljes; schoften; schurken; slechteriken; smeerlappen; smiechten; varkens; viezeriken; zwijnen
Schweine	ploerten	achterbakse personen; onbetrouwbare kerels; rotzakken; schoeljes; schoften; smeerlappen; smiechten; varkens; viezeriken; viezerikken; zwijnen

Verwandte Wörter für "ploerten":

ploert

ploert:

ploert [de ~ (m)] Nomen

de ploert (kuttenkop; hoerenjong; pleurislijder; pleurislijer; smeerlap; klootzak; schoft; loeder)
Weibsstück; Mistweib; Miststück
- Weibsstück [das ~] Nomen
- Mistweib [das ~] Nomen
- Miststück [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für ploert:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Miststück	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap
Mistweib	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap
Weibsstück	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap

Verwandte Wörter für "ploert":

ploerten

Wiktionary Übersetzungen für ploert:

ploert

noun

(abwertend)
- Halunke → sodemieter; spitsboef; smiecht; schurk; ploert; schavuit; ellendeling; boef

Cross Translation:

From	To	Via
• ploert	→ Bandit; Canaille; Kanaille; Schuft; Schurke	↔ canaille — péjoratif\|fr (term, Collectif) vil populace.
• ploert	→ Bandit; Canaille; Kanaille; Schuft; Schurke	↔ gredin — Personne malfaisante, dénuée de toute valeur morale, ne méritant aucune considération.