Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Bankett
|
feest; festijn; partij; partijtje; party
|
banket; banketletter; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner
|
Fest
|
feest; festijn; partij; partijtje; party
|
feest; feestdag; feestje; feestviering; festival; jaarfeest; party; viering
|
Festessen
|
feest; festijn; partij; partijtje; party
|
banket; banketletter; banketten; feestdiner; feestdis; feestmaal; feestmalen; galadiner; smulpartij; smulpartijen
|
Fußball
|
partij; voetbalspel; voetbalwedstrijd
|
bal; voetbal; voetbalspel
|
Fußballwettkampf
|
partij; voetbalspel; voetbalwedstrijd
|
|
Fußballwettkämpfe
|
partij; voetbalspel; voetbalwedstrijd
|
|
Galadiner
|
feest; festijn; partij; partijtje; party
|
banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner
|
Gruppe
|
partij; ploeg; team
|
aantal personen bijeen; ambachtsgilde; bond; club; clubje; distributiegroep; distributielijst; gezelschap; gilde; groep; groep contactpersonen; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging; werkgroep
|
Los
|
partij
|
bestemming; bouwwerk; geadresseerde; gebouw; lot; loterijbriefje; loterijlot; pand
|
Menge
|
hoeveelheid; partij
|
aantal; aardig wat; accumulatie; bende; benoemde set; berg; boel; drom; groot en dik stuk; grote hoeveelheid; heleboel; hoeveelheid; homp; hoop; horde; kluit; kudde; kwantiteit; massa; menigte; mensenmassa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; opstapeling; overvloed; samenkomst; schaar; schare; selectie; set; sortering; stapel; stel; toeloop; troep; verzameling
|
Partei
|
partij; ploeg; team
|
|
Partie
|
concours; hoeveelheid; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
beurt; bouwwerk; gebouw; kaveling; manche; pand; rondje; set; spelletje; verkaveling
|
Schlacht
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
gevecht; kamp; oorlog; slag; strijd; veldslag; worsteling
|
Spiel
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
Game; beurt; game; match; opvoering; parade; rondje; show; spel; spelletje; staatsie; vertoning; voorstelling
|
Spielchen
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
beurt; partijtje; potje; rondje; spel; spelletje; wedstrijdje
|
Spielraum
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
vrije ruimte; vrijheden
|
Streit
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
botsing; conflict; controverse; geargumenteer; gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geredeneer; geruzie; geschil; gevecht; kamp; kwestie; misnoegen; onbehagen; onenigheid; onmin; onvrede; ruzie; strijd; twist; worsteling
|
Team
|
partij; ploeg; team
|
Team; Werkgroep; team
|
Wettbewerb
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
competitie; concurrentie; prijsvraag
|
Wettkampf
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
gevecht; kamp; match; strijd; worsteling
|
Wettstreit
|
concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
|
|
bestimmter Menge
|
bepaalde hoeveelheid; partij
|
|
festlicheMaal
|
feest; festijn; partij; partijtje; party
|
banketletter
|
politische Gruppierung
|
factie; partij; politieke partij
|
|
politische Partei
|
factie; partij; politieke partij
|
|
-
|
feest
|
|