Niederländisch
Detailübersetzungen für openspreiden (Niederländisch) ins Deutsch
openspreiden:
-
openspreiden (openvouwen; ontvouwen; uitspreiden; uitklappen; uitslaan; uitvouwen)
Übersetzung Matrix für openspreiden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
entfalten | ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen | afwisselen; herzien; ontluiken; ontplooien; ontwikkelen; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot ontwikkeling brengen; tot volle wasdom komen; tot wasdom komen; veranderen; verwisselen; wijzigen; zich ontsluiten |
falten | ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen | dubbelvouwen; indrogen; omknikken; omvouwen; opvouwen; plooien; samentrekken; samenvouwen; schrompelen; slinken; ten dele vouwen; toevouwen; verfromfraaien; verschrompelen; vouwen |
offenfalten | ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen |