Niederländisch
Detailübersetzungen für op elkaar gepakt (Niederländisch) ins Deutsch
op elkaar gepakt:
-
op elkaar gepakt (opeengepakt)
voll; überfüllt; übervoll; vollgestopft; gedrängt voll; gerammelt voll-
voll Adjektiv
-
überfüllt Adjektiv
-
übervoll Adjektiv
-
vollgestopft Adjektiv
-
gedrängt voll Adjektiv
-
gerammelt voll Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für op elkaar gepakt:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gedrängt voll | op elkaar gepakt; opeengepakt | bomvol; knalvol; opgepropt; overvol; propvol; stampvol; tjokvol |
gerammelt voll | op elkaar gepakt; opeengepakt | knalvol; opgepropt; overvol; propvol; stampvol; tjokvol |
voll | op elkaar gepakt; opeengepakt | aangeschoten; beneveld; beschonken; gevuld; ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; opgepropt; opgevuld; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; teut; tipsy; verzadigd; vol; volgegeten; volgestopt; zat |
vollgestopft | op elkaar gepakt; opeengepakt | gevuld; knalvol; opgepropt; opgevuld; overvol; propvol; stampvol; tjokvol; vol; volgepropt; volgestopt |
überfüllt | op elkaar gepakt; opeengepakt | knalvol; opgepropt; overvol; propvol; stampvol; tjokvol |
übervoll | op elkaar gepakt; opeengepakt | knalvol; opgepropt; overvol; propvol; stampvol; tjokvol |