Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. ontredderd:
  2. ontredderen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontredderd (Niederländisch) ins Deutsch

ontredderd:

ontredderd Adjektiv

  1. ontredderd (van streek; geschokt; ontzet)

Übersetzung Matrix für ontredderd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aufgelöst geschokt; ontredderd; ontzet; van streek geliquideerd; losgemaakt; ontbonden; opgeheven; opgelost; uiteengegaan; uiteengevallen
bestürzt geschokt; ontredderd; ontzet; van streek bedremmeld; beduusd; beteuterd; getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex; verschrikt
betroffen geschokt; ontredderd; ontzet; van streek aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; emotioneel; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelig; geëmotioneerd; kapot van; onthutst; ontsteld; paf; perplex
entsetzt geschokt; ontredderd; ontzet; van streek getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verschrikt; verstomd; verwonderd
erschüttert geschokt; ontredderd; ontzet; van streek getroffen; onthutst; ontsteld; overstuur; paf; perplex; verschrikt
fassungslos geschokt; ontredderd; ontzet; van streek beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; verschrikt; vol onbegrip
zerrüttet geschokt; ontredderd; ontzet; van streek

Verwandte Wörter für "ontredderd":

  • ontredderde

Wiktionary Übersetzungen für ontredderd:


Cross Translation:
FromToVia
ontredderd verwüstet deserted — desolate

ontredderd form of ontredderen:

ontredderen Verb (ontredder, ontreddert, ontredderde, ontredderden, ontredderd)

  1. ontredderen (van zijn stuk brengen; verwarren; in de war brengen)
    verwirren; durcheinanderbringen

Konjugationen für ontredderen:

o.t.t.
  1. ontredder
  2. ontreddert
  3. ontreddert
  4. ontredderen
  5. ontredderen
  6. ontredderen
o.v.t.
  1. ontredderde
  2. ontredderde
  3. ontredderde
  4. ontredderden
  5. ontredderden
  6. ontredderden
v.t.t.
  1. ben ontredderd
  2. bent ontredderd
  3. is ontredderd
  4. zijn ontredderd
  5. zijn ontredderd
  6. zijn ontredderd
v.v.t.
  1. was ontredderd
  2. was ontredderd
  3. was ontredderd
  4. waren ontredderd
  5. waren ontredderd
  6. waren ontredderd
o.t.t.t.
  1. zal ontredderen
  2. zult ontredderen
  3. zal ontredderen
  4. zullen ontredderen
  5. zullen ontredderen
  6. zullen ontredderen
o.v.t.t.
  1. zou ontredderen
  2. zou ontredderen
  3. zou ontredderen
  4. zouden ontredderen
  5. zouden ontredderen
  6. zouden ontredderen
diversen
  1. ontredder!
  2. ontreddert!
  3. ontredderd
  4. ontredderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ontredderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
durcheinanderbringen in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren door elkaar schudden; husselen; hutselen; overhoop halen
verwirren in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren ontzetten; uit de macht ontzetten; verlegen maken