Niederländisch
Detailübersetzungen für ontaard (Niederländisch) ins Deutsch
ontaard:
-
ontaard (gedegenereerd; slecht; bedorven)
pervers; aus der Art geschlagen; entartet-
pervers Adjektiv
-
aus der Art geschlagen Adjektiv
-
entartet Adjektiv
-
-
ontaard (onzedelijk; onzedig; oneerbaar)
unanständig; frivol; unsittlich; unmoralisch-
unanständig Adjektiv
-
frivol Adjektiv
-
unsittlich Adjektiv
-
unmoralisch Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für ontaard:
Verwandte Wörter für "ontaard":
ontaarden:
-
ontaarden (degenereren; achteruitgaan; verworden; verderven)
abarten; zurückgehen; ausarten; entarten; heruntermachen; verleiden; zurücklaufen; aus der Art schlagen-
abarten Verb
-
zurückgehen Verb (gehe zurück, gehst zurück, geht zurück, gang zurück, ganget zurück, zurückgegangen)
-
heruntermachen Verb (mache herunter, machst herunter, macht herunter, machte herunter, machtet herunter, heruntergemacht)
-
zurücklaufen Verb (laufe zurück, läufst zurück, läuft zurück, lief zurück, liefet zurück, zurückgelaufen)
-
aus der Art schlagen Verb (schlage aus der Art, schlägst aus der Art, schlägt aus der Art, schlug aus der Art, schlugt aus der Art, aus der Art geschlagen)
-
-
ontaarden (uitlopen op)
Konjugationen für ontaarden:
o.t.t.
- ontaard
- ontaardt
- ontaardt
- ontaarden
- ontaarden
- ontaarden
o.v.t.
- ontaardde
- ontaardde
- ontaardde
- ontaardden
- ontaardden
- ontaardden
v.t.t.
- ben ontaard
- bent ontaard
- is ontaard
- zijn ontaard
- zijn ontaard
- zijn ontaard
v.v.t.
- was ontaard
- was ontaard
- was ontaard
- waren ontaard
- waren ontaard
- waren ontaard
o.t.t.t.
- zal ontaarden
- zult ontaarden
- zal ontaarden
- zullen ontaarden
- zullen ontaarden
- zullen ontaarden
o.v.t.t.
- zou ontaarden
- zou ontaarden
- zou ontaarden
- zouden ontaarden
- zouden ontaarden
- zouden ontaarden
diversen
- ontaard!
- ontaardt!
- ontaard
- ontaardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
ontaarden (gedegenereerden)