Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze nogmaals

übersetze nogmaals von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

nogmaals:
- wieder; nochmals; noch einmeal; auf's Neue; nochmal
- nochmals; abermals
Wiktionary:
- nogmaals → nochmal
- nogmaals → wieder, nochmal, noch einmal, erneut, schon wieder

Niederländisch

Detailübersetzungen für nogmaals (Niederländisch) ins Deutsch

nogmaals:

nogmaals adv

nogmaals (weer; andermaal; opnieuw; wederom)
wieder; nochmals; noch einmeal; auf's Neue
- wieder Adjektiv
- nochmals Adjektiv
- noch einmeal Adjektiv
- auf's Neue Adjektiv
nogmaals
nochmal
- nochmal Adjektiv

nogmaals

nogmaals (herhalend)
nochmals; abermals
- nochmals
- abermals

Übersetzung Matrix für nogmaals:

Adverb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	opnieuw
Not Specified	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
abermals	herhalend; nogmaals
nochmals	herhalend; nogmaals
-	alweer; over
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
nochmal		nog een keer; nog eens
wieder		nog een keer; nog eens
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
abermals		andermaal; opnieuw; weer
auf's Neue	andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer
noch einmeal	andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer
nochmal	nogmaals
nochmals	andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer	opnieuw; weer
wieder	andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer	opnieuw; weer

Synonyms for "nogmaals":

alweer; opnieuw; over

Verwandte Definitionen für "nogmaals":

nog een keer¹
- hij heeft me nogmaals bedrogen¹

Wiktionary Übersetzungen für nogmaals:

nogmaals

adverb

nog een keer , opnieuw
- nogmaals → nochmal

Cross Translation:

From	To	Via
• nogmaals	→ wieder; nochmal; noch einmal; erneut; schon wieder	↔ again — another time

¹Muiswerk Woordenboek