Niederländisch
Detailübersetzungen für neerduiken (Niederländisch) ins Deutsch
neerduiken:
-
neerduiken
herabspringen; herabstossen-
herabspringen Verb (springe herab, springst herab, springt herab, sprang herab, sprangt herab, gesprungen)
-
herabstossen Verb
-
Konjugationen für neerduiken:
o.t.t.
- duik neer
- duikt neer
- duikt neer
- duiken neer
- duiken neer
- duiken neer
o.v.t.
- dook neer
- dook neer
- dook neer
- doken neer
- doken neer
- doken neer
v.t.t.
- ben neergedoken
- bent neergedoken
- is neergedoken
- zijn neergedoken
- zijn neergedoken
- zijn neergedoken
v.v.t.
- was neergedoken
- was neergedoken
- was neergedoken
- waren neergedoken
- waren neergedoken
- waren neergedoken
o.t.t.t.
- zal neerduiken
- zult neerduiken
- zal neerduiken
- zullen neerduiken
- zullen neerduiken
- zullen neerduiken
o.v.t.t.
- zou neerduiken
- zou neerduiken
- zou neerduiken
- zouden neerduiken
- zouden neerduiken
- zouden neerduiken
diversen
- duik neer!
- duikt neer!
- neergedoken
- neerduikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für neerduiken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
herabspringen | neerduiken | ervanaf springen; neerschieten; omlaagspringen |
herabstossen | neerduiken | afduwen |