Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. meesmuilen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für meesmuilen (Niederländisch) ins Deutsch

meesmuilen:

meesmuilen Verb (meesmuil, meesmuilt, meesmuilde, meesmuilden, gemeesmuild)

  1. meesmuilen (spottend glimlachen)

Konjugationen für meesmuilen:

o.t.t.
  1. meesmuil
  2. meesmuilt
  3. meesmuilt
  4. meesmuilen
  5. meesmuilen
  6. meesmuilen
o.v.t.
  1. meesmuilde
  2. meesmuilde
  3. meesmuilde
  4. meesmuilden
  5. meesmuilden
  6. meesmuilden
v.t.t.
  1. heb gemeesmuild
  2. hebt gemeesmuild
  3. heeft gemeesmuild
  4. hebben gemeesmuild
  5. hebben gemeesmuild
  6. hebben gemeesmuild
v.v.t.
  1. had gemeesmuild
  2. had gemeesmuild
  3. had gemeesmuild
  4. hadden gemeesmuild
  5. hadden gemeesmuild
  6. hadden gemeesmuild
o.t.t.t.
  1. zal meesmuilen
  2. zult meesmuilen
  3. zal meesmuilen
  4. zullen meesmuilen
  5. zullen meesmuilen
  6. zullen meesmuilen
o.v.t.t.
  1. zou meesmuilen
  2. zou meesmuilen
  3. zou meesmuilen
  4. zouden meesmuilen
  5. zouden meesmuilen
  6. zouden meesmuilen
diversen
  1. meesmuil!
  2. meesmuilt!
  3. gemeesmuild
  4. meesmuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für meesmuilen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
spöttisch lächeln meesmuilen; spottend glimlachen