Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. lel:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lel (Niederländisch) ins Deutsch

lel:

lel [de ~] Nomen

  1. de lel (kwab; lob)
    die Quappe
  2. de lel (oplawaai; opdonder; muilpeer; )
    der Schlag; der Hieb; der Puff; die Maulschelle; die Ohrfeige; der Bums; der Klaps
  3. de lel (toegebrachte klap; klap; tik; klop; mep)
    der Schlag; der Klaps; der Hieb; der leichter Schlag
  4. de lel (toegebrachte klap; jens; klap; )
    der Schlag; der Hieb; der Klaps

Übersetzung Matrix für lel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Bums hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot bons; dreun; duw; duwtje; klap; knal; kwak; pof; por; smak; stoot; stootje; zet
Hieb dreun; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap dreun; hak; houw; klap; opdoffer; opdonder; opstopper; pets; peut; slag; slag met een scherp werktuig; stoot; uithaal; vuistslag
Klaps dreun; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap dreun; harde slag; klap; kleine tik; klopje; opdonder; opstopper; peut; slag; stoot; tik op de neus; tikje; uithaal; vuistslag
Maulschelle hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot kaakslag; mep; muilpeer; oorvijg; veeg
Ohrfeige hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot kaakslag; mep; muilpeer; oorveeg; oorvijg; pets; veeg
Puff hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot duw; duwtje; klap; opstopper; peut; por; stoot; stootje; triktrak; zet
Quappe kwab; lel; lob
Schlag dreun; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; bons; conciërge; dreun; duivenhok; duiventil; duw; duwtje; flits; olifantspijp; opdonder; pof; por; portier; ras; slag; soort; soulpijp; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; wijde broekspijp; zet
leichter Schlag klap; klop; lel; mep; tik; toegebrachte klap kleine tik; klopje; tikje

Verwandte Wörter für "lel":

  • lellen