Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. krachttoer:


Niederländisch

Detailübersetzungen für krachttoer (Niederländisch) ins Deutsch

krachttoer:

krachttoer [de ~ (m)] Nomen

  1. de krachttoer (prestatie; toer; stunt)
    die Leistung
  2. de krachttoer
    die Beschäftigung; die Aufgabe; die Tätigkeit; die Arbeit; die schwere Arbeit

Übersetzung Matrix für krachttoer:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Arbeit krachttoer activiteit; ambacht; arbeid; baan; bedrijvigheid; beroep; bezigheid; gisting; hobby; inspanning; job; karwei; karweitje; klusje; loonarbeid; loonwerk; taak; vak; verhandeling; werk; werkkring; werkplek; werkstuk; werkzaamheid
Aufgabe krachttoer afgifte; bezigheid; bezorging; capitulatie; geleverde; hobby; karweitje; klusje; kwestie; leverantie; levering; onderwerp; opgaaf; opgave; overgave; probleem; taak; thema; vraagstuk; zich neerleggen bij; zwaarte
Beschäftigung krachttoer aanstelling; activiteit; ambacht; arbeid; bedrijvigheid; benoeming; beroering; bezigheid; drukte; geraas; heibel; heksenketel; hobby; inspanning; installatie; job; karwei; karweitje; klusje; lawaai; leven; loonarbeid; loonwerk; opschudding; pandemonium; rumoer; taak; taakverschaffing; tewerkstelling; tumult; vak; werk; werkverschaffing; werkzaamheid
Leistung krachttoer; prestatie; stunt; toer aanleg; arbeidsprestatie; begaafdheid; bekwaamheid; betaling; bezigheid; bravourstuk; capaciteit; gave; grote daad; hobby; inhoud; knobbel; kracht; kundigheid; omvatte ruimte; prestatie; scherpzinnigheid; talent; vernuft; verrichting; werkprestatie
Tätigkeit krachttoer activiteit; ambacht; arbeid; arbeidskracht; arbeidsvermogen; bedrijvigheid; bezigheid; effect; functioneren; hobby; inspanning; job; karwei; karweitje; klusje; roerigheid; taak; uitwerking; vak; werk; werken; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
schwere Arbeit krachttoer

Verwandte Wörter für "krachttoer":

  • krachttoeren