Niederländisch
Detailübersetzungen für kosteloos (Niederländisch) ins Deutsch
kosteloos:
-
kosteloos (gratis; zonder kosten; pro deo; voor niets)
kostenlos; kostenfrei; frei; umsonst; gebührenfrei; unentgeltlich-
kostenlos Adjektiv
-
kostenfrei Adjektiv
-
frei Adjektiv
-
umsonst Adjektiv
-
gebührenfrei Adjektiv
-
unentgeltlich Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für kosteloos:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
frei | gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten | bandeloos; benaderbaar; beschikbaar; disponibel; frank; genaakbaar; in vrijheid; ledig; leeg; losbandig; niet belast; onafhankelijk; onbedekt; onbelast; onbelast inkomen; onbewoond; onbezet; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onoverdekt; onverplicht; onverstoord; open; rechttoe; spontaan; toegankelijk; uit vrije wil; vacant; vrij; vrij van schulden; vrijuit; vrijwillig |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gebührenfrei | gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten | |
kostenfrei | gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten | |
kostenlos | gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten | |
umsonst | gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten | ijdel; niets; niks; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat |
unentgeltlich | gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten |
Verwandte Wörter für "kosteloos":
Computerübersetzung von Drittern: