Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. kostbaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kostbaar (Niederländisch) ins Deutsch

kostbaar:

kostbaar Adjektiv

  1. kostbaar (hooggeprijsd; duur)
    teuer; kostbar
  2. kostbaar (waardevol)
    kostbar; kostspielig; edel
  3. kostbaar (prijzig; duur)
    teuer; kostspielig; kostbar; edel

Übersetzung Matrix für kostbaar:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- duur; waardevol
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
edel duur; kostbaar; prijzig; waardevol adellijk; clement; edel; edelmoedig; elegant; genereus; goedhartig; gracieus; grootmoedig; groots; gul; hoogwaardig; mak; mild; nobel; patent; perfect; prima; royaal; ruimhartig; sierlijk; uitmuntend; uitstekend; van adel; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig
kostbar duur; hooggeprijsd; kostbaar; prijzig; waardevol
kostspielig duur; kostbaar; prijzig; waardevol buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; overmatig
teuer duur; hooggeprijsd; kostbaar; prijzig dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren

Verwandte Wörter für "kostbaar":


Synonyms for "kostbaar":


Verwandte Definitionen für "kostbaar":

  1. wat veel geld kan opbrengen1
    • hij heeft een kostbaar horloge1
  2. wat veel voor je betekent1
    • een kind is een kostbaar bezit1

Wiktionary Übersetzungen für kostbaar:

kostbaar
adjective
  1. duur, waardevol

Cross Translation:
FromToVia
kostbaar lieb dear — loved; lovable
kostbaar teuer dear — high in price; expensive
kostbaar kostbar; wertvoll precious — of high value or worth
kostbaar teuer; hold; lieb; geehrt; wert cher — Qui est chéri, tendrement aimer, auquel on tenir beaucoup.
kostbaar teuer; hold; lieb; wert coûteux — Qui coûte cher.
kostbaar knapp; selten; rar; karg; dürftig; kärglich; spärlich rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement.