Niederländisch

Detailübersetzungen für kortaf (Niederländisch) ins Deutsch

kortaf:

kortaf Adjektiv

  1. kortaf (bruusk; nors; onzacht)
    schroff; brüsk; barsch
  2. kortaf (zonder omhaal; bot)
  3. kortaf (snauwend; wrevelig; korzelig)
    schroff; reizbar; mürrisch; kurzweg; verdrießlich

Übersetzung Matrix für kortaf:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
angebunden bot; kortaf; zonder omhaal
barsch bruusk; kortaf; nors; onzacht chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks
brüsk bot; bruusk; kortaf; nors; onzacht; zonder omhaal chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks
einsilbig bot; kortaf; zonder omhaal eenlettergrepig
kurz angebunden bot; kortaf; zonder omhaal
kurzweg kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig eenvoudigweg; kortom; kortweg; zonder omwegen
mürrisch kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig brommerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; mopperig; naargeestig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig
ohne Umschweife bot; kortaf; zonder omhaal zonder omwegen
reizbar kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; kregel; pissig; prikkelbaar
schroff bruusk; kortaf; korzelig; nors; onzacht; snauwend; wrevelig agressief; bot; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hard; hardhandig; hel; hoog; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; ongelikt; onopgevoed; onzacht; ruw; schel; scherp; schril; snerpend
verdrießlich kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig bedroefd; brommerig; droef; droevig; futloos; gebelgd; gepikeerd; geprikkeld; helaas; jammer; jammer genoeg; kommervol; lamlendig; landerig; misnoegd; mopperig; naargeestig; ontevreden; ontstemd; sneu; somber; spijtig; triest; troosteloos; verdrietig; verstoord; vervelend; vol met zorgen; wrevelig; zwaarmoedig

Wiktionary Übersetzungen für kortaf:


Computerübersetzung von Drittern: