Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für koekenbakker (Niederländisch) ins Deutsch
koekenbakker:
-
de koekenbakker (beunhaas)
-
de koekenbakker (koekhakker; knoeier)
Übersetzung Matrix für koekenbakker:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Panscher | beunhaas; koekenbakker | |
Pfuscher | beunhaas; koekenbakker | beunhaas; klungel; klungelaar; klungels; knoeier; kruk; prutser; prutsers; rommelaar; stoethaspel; stumper |
Schmierer | knoeier; koekenbakker; koekhakker | broddelaar; broddelaars; kladder; kladderaar; kladders; klieder; klieders; knoeier; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; morser; morsers |
Stümper | beunhaas; koekenbakker | arme drommel; beunhaas; druiloor; idioot; kalfskop; klungel; klungelaar; klungels; knoeier; knoeipot; kruk; morser; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; prutser; prutsers; roffelaar; rommelaar; rund; schaapskop; schapenkop; stakker; stakkerd; stoethaspel; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sukkel; sukkelaar; sul; zielenpiet |
Sudler | beunhaas; koekenbakker | broddelaar; broddelaars; kladder; kladderaar; kladders; klieder; klieders; knoeier; knoeiers; knoeipot; morser |