Niederländisch
Detailübersetzungen für klasseren (Niederländisch) ins Deutsch
klasseren:
-
klasseren
klassifizieren-
klassifizieren Verb (klassifiziere, klassifizierst, klassifiziert, klassifizierte, klassifiziertet, klassifiziert)
-
Konjugationen für klasseren:
o.t.t.
- klasseer
- klasseert
- klasseert
- klasseren
- klasseren
- klasseren
o.v.t.
- klasseerde
- klasseerde
- klasseerde
- klasseerden
- klasseerden
- klasseerden
v.t.t.
- heb geklasseerd
- hebt geklasseerd
- heeft geklasseerd
- hebben geklasseerd
- hebben geklasseerd
- hebben geklasseerd
v.v.t.
- had geklasseerd
- had geklasseerd
- had geklasseerd
- hadden geklasseerd
- hadden geklasseerd
- hadden geklasseerd
o.t.t.t.
- zal klasseren
- zult klasseren
- zal klasseren
- zullen klasseren
- zullen klasseren
- zullen klasseren
o.v.t.t.
- zou klasseren
- zou klasseren
- zou klasseren
- zouden klasseren
- zouden klasseren
- zouden klasseren
en verder
- ben geklasseerd
- bent geklasseerd
- is geklasseerd
- zijn geklasseerd
- zijn geklasseerd
- zijn geklasseerd
diversen
- klasseer!
- klasseert!
- geklasseerd
- klasserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für klasseren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
klassifizieren | klasseren | arrangeren; classificeren; ficheren; groeperen; indelen; ordenen; rangschikken; systematiseren |