Niederländisch
Detailübersetzungen für keihard trappen (Niederländisch) ins Deutsch
keihard trappen:
keihard trappen Verb (trap keihard, trapt keihard, trapte keihard, trapten keihard, keihard getrapt)
-
keihard trappen
Konjugationen für keihard trappen:
o.t.t.
- trap keihard
- trapt keihard
- trapt keihard
- trappen keihard
- trappen keihard
- trappen keihard
o.v.t.
- trapte keihard
- trapte keihard
- trapte keihard
- trapten keihard
- trapten keihard
- trapten keihard
v.t.t.
- heb keihard getrapt
- hebt keihard getrapt
- heeft keihard getrapt
- hebben keihard getrapt
- hebben keihard getrapt
- hebben keihard getrapt
v.v.t.
- had keihard getrapt
- had keihard getrapt
- had keihard getrapt
- hadden keihard getrapt
- hadden keihard getrapt
- hadden keihard getrapt
o.t.t.t.
- zal keihard trappen
- zult keihard trappen
- zal keihard trappen
- zullen keihard trappen
- zullen keihard trappen
- zullen keihard trappen
o.v.t.t.
- zou keihard trappen
- zou keihard trappen
- zou keihard trappen
- zouden keihard trappen
- zouden keihard trappen
- zouden keihard trappen
en verder
- ben keihard ggetrapt
- bent keihard getrapt
- is keihard getrapt
- zijn keihard getrapt
- zijn keihard getrapt
- zijn keihard ggetrapt
diversen
- trap keihard!
- trapt keihard!
- keihard getrapt
- keihard trappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für keihard trappen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
steinhart treten | keihard trappen | |
stoßen | keihard trappen | aanduwen; aanrijden; botsen; direct leiden; een por geven; heen en weer bewegen; hengsten; op elkaar knallen; op elkaar stoten; porren; rammen; schoppen; schudden; stompen; stoten; stoten op; toesteken; toestoten; trappen; trappen geven; vastlopen |