Niederländisch
Detailübersetzungen für in-/uitzoomen (Niederländisch) ins Deutsch
in-/uitzoomen:
-
in-/uitzoomen (inzoomen)
Übersetzung Matrix für in-/uitzoomen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
vergrößern | in-/uitzoomen; inzoomen | aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden |
zoomen | in-/uitzoomen; inzoomen |