Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dick
|
in details; uitgewerkt
|
banaal; corpulent; dik; fors; gezet; grof; laag-bij-de-grond; lijvig; lomp; massief; moddervet; omvangrijk; plat; platvloers; potig; robuust; schunnig; struis; triviaal; vet; volumineus; vunzig; zwaar; zwaar van lijf; zwaargebouwd; zwaarlijvig
|
groß
|
|
groots; grootschalig; reuze
|
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aufwendig
|
in details; uitgewerkt
|
bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate; welig
|
ausführlich
|
in details; uitgewerkt
|
accuraat; breedsprakig; breedvoerig; gedetailleerd; langdradig; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; omslachtig; omstandig; precies; secuur; uitgebreid; uitvoerig; wijdlopig; zorgvuldig
|
ausgearbeitet
|
in details; uitgewerkt
|
|
ausgedehnt
|
in details; uitgewerkt
|
gestrekt; lang en smal; langgerekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt
|
behäbig
|
in details; uitgewerkt
|
bezadigd; blakend; fit; getraind; gezapig; gezond; sloom
|
breit
|
in details; uitgewerkt
|
breed; breedgeschouderd; fors; uit de kluiten gewassen; wijd
|
detailliert
|
in details; uitgewerkt
|
accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig
|
eingehend
|
in details; uitgewerkt
|
accuraat; degelijk; diepgaand; diepgravend; doortastend; drastisch; ferm; gedetailleerd; godgeklaagd; grondig; helemaal; hemeltergend; krachtdadig; krachtig; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; niet oppervlakkig; precies; secuur; sterk; stipt; ten hemel schreiend; totaal; volkomen; zeer ergerlijk; zorgvuldig
|
extensiv
|
in details; uitgewerkt
|
extensief; uitgebreid
|
gedehnt
|
in details; uitgewerkt
|
|
geräumig
|
in details; uitgewerkt
|
ampel; breedvoerig; omstandig; ruim opgezette; uitgebreid; uitvoerig
|
groß
|
in details; uitgewerkt
|
ampel; breedvoerig; driedubbel; driemaal zo groot; drievoudig; enorm; flink; fors; gigantisch; groot; groots; heel erg; immens; in zeer hoge mate; kolossaal; lang; omstandig; potig; reusachtig; reuze; rijzig; stevig; uitgebreid; uitvoerig; weids; zeer groot
|
großzügig
|
in details; uitgewerkt
|
ampel; breedvoerig; edel; edelmoedig; fier; flink; genereus; glorieus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; grootmoedig; groots; gul; kwistig; liberaal; mild; nobel; omstandig; prat; prinsheerlijk; royaal; ruimdenkend; ruimhartig; scheutig; spilziek; trots; uitgebreid; uitvoerig; verkwistend; vrijgevig; vrijzinnig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
|
haarklein
|
in details; uitgewerkt
|
accuraat; exact; gedetailleerd; haarfijn; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; ragfijn; secuur; zorgvuldig
|
hell
|
in details; uitgewerkt
|
bitter teleurgesteld; heftig; hel; helder; klaar; klare; licht; lichtgevend; lumineus; niet donker; onbeheerst; onbewolkt; onstuimig; verbitterd
|
langstielig
|
in details; uitgewerkt
|
langstelig
|
reichlich
|
in details; uitgewerkt
|
ampel; breedvoerig; copieus; omstandig; onbekrompen; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; uitgebreid; uitvoerig
|
schwerfällig
|
in details; uitgewerkt
|
aanmatigend; bezadigd; bot; dorps; gezapig; houterig; krukkig; langzaam; lijzig; log; lomp; loom; onbeholpen; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; onhandig; onopgevoed; respectloos; schutterig; sloom; slungelig; stijf; stijve; stram; stroef; stumperig; stuntelig; sukkelig; traag; traag van begrip
|
stark
|
in details; uitgewerkt
|
agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
|
umfangreich
|
in details; uitgewerkt
|
corpulent; dik; extensief; gezet; lijvig; ruim; uitgebreid; wijd; zwaarlijvig
|
umständlich
|
in details; uitgewerkt
|
complimenteus; flatterend; strelend; vleiend
|
vielumfassend
|
in details; uitgewerkt
|
|
weit
|
in details; uitgewerkt
|
breed; ruim; wijd
|
weitgehend
|
in details; uitgewerkt
|
ruim; verregaand; wijd
|
weitläufig
|
in details; uitgewerkt
|
ampel; breedsprakig; breedvoerig; lang en smal; langdradig; langgerekt; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitgestrekt; uitvoerig; wijdlopig
|
weitschweifig
|
in details; uitgewerkt
|
langdradig; vervelend; wijdlopig
|