Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze hooggekleurd

übersetze hooggekleurd von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

hooggekleurd:
- farbig; farbenfroh; frisch; munter; knallbunt

Niederländisch

Detailübersetzungen für hooggekleurd (Niederländisch) ins Deutsch

hooggekleurd:

hooggekleurd Adjektiv

hooggekleurd
farbig; farbenfroh; frisch; munter; knallbunt
- farbig Adjektiv
- farbenfroh Adjektiv
- frisch Adjektiv
- munter Adjektiv
- knallbunt Adjektiv

Übersetzung Matrix für hooggekleurd:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
farbenfroh	hooggekleurd	bloeiend; bont; fleurig; gekleurd; kakelbont; kleurig; kleurrijk; veelkleurig
farbig	hooggekleurd	bloeiend; bont; bontgekleurd; fleurig; gekleurd; kakelbont; kleurig; kleurrijk; veelkleurig
frisch	hooggekleurd	bezet; bloeiend; doodgemoedereerd; doodkalm; druk; drukbezet; eigentijds; fleurig; florissant; fris; frisjes; geagiteerd; hedendaags; kleurig; kleurrijk; koel; levendig; luchtig; modern; nieuw; nieuwbakken; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onbevlekt; ongebruikt; ongeopend; onschuldig; rein; verhit; vers; versgebakken; vlekkeloos
knallbunt	hooggekleurd	bont; bontgekleurd; fleurig; kakelbont; kleurig; kleurrijk; veelkleurig
munter	hooggekleurd	actief; alert; beweeglijk; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; fideel; fleurig; geagiteerd; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; oplettend; speels; tierig; uitgelaten; uitgeslapen; verblijd; verheugd; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig

Computerübersetzung von Drittern: