Niederländisch
Detailübersetzungen für gevolg geven aan (Niederländisch) ins Deutsch
gevolg geven aan:
gevolg geven aan Verb (geef gevolg aan, geeft gevolg aan, gaf gevolg aan, gaven gevolg aan, gevolg gegeven aan)
-
gevolg geven aan (gehoorzamen)
Konjugationen für gevolg geven aan:
o.t.t.
- geef gevolg aan
- geeft gevolg aan
- geeft gevolg aan
- geven gevolg aan
- geven gevolg aan
- geven gevolg aan
o.v.t.
- gaf gevolg aan
- gaf gevolg aan
- gaf gevolg aan
- gaven gevolg aan
- gaven gevolg aan
- gaven gevolg aan
v.t.t.
- heb gevolg gegeven aan
- hebt gevolg gegeven aan
- heeft gevolg gegeven aan
- hebben gevolg gegeven aan
- hebben gevolg gegeven aan
- hebben gevolg gegeven aan
v.v.t.
- had gevolg gegeven aan
- had gevolg gegeven aan
- had gevolg gegeven aan
- hadden gevolg gegeven aan
- hadden gevolg gegeven aan
- hadden gevolg gegeven aan
o.t.t.t.
- zal gevolg geven aan
- zult gevolg geven aan
- zal gevolg geven aan
- zullen gevolg geven aan
- zullen gevolg geven aan
- zullen gevolg geven aan
o.v.t.t.
- zou gevolg geven aan
- zou gevolg geven aan
- zou gevolg geven aan
- zouden gevolg geven aan
- zouden gevolg geven aan
- zouden gevolg geven aan
diversen
- geef gevolg aan!
- geeft gevolg aan!
- gevolg gegeven aan
- gevolg gevend aan
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze