Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Gepfusche
|
geknoei; gemodder; gemors
|
gebroddel; gehaspel; geklungel; gemier; gezeur
|
Geschmier
|
geknoei; gemodder
|
kliederboel; knoeierij; vuilspuiterij
|
Geschmiere
|
geknoei; gemors
|
geflikflooi; geklieder; geklodder; gemier; gerotzooi; gezeur; kliederen
|
Gestümper
|
geknoei; gemodder
|
gebroddel; gehaspel; geklungel
|
Gesudel
|
geknoei; gemors
|
geflikflooi; geklieder; geklodder; gemier; gerotzooi; gezeur; kliederen
|
Pfuscherei
|
geknoei; gemors
|
bedrog; bende; beuzelarij; complot; futselarij; gebroddel; geklungel; gemier; getreuzel; gezeur; knoeierij; nep; oplichterij; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenzwering; troep; zooi; zootje; zwendelarij
|
Pfuschwerk
|
geknoei; gemors
|
bedrog; gebroddel; geklungel; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij
|
Schummelei
|
geknoei; gemors; gesjoemel
|
bedrog; leugen; onechtheid; onwaarheid; valsheid
|
Schwindel
|
geknoei; gemors
|
bedriegerij; bedrog; duizeligheid; gezwendel; knoeierij; leugenarij; misleiding; nep; oplichterij; oplichterijen; oplichting; oplichtingen; verdonkeremaning; verduistering; verlakkerijen; zwendel; zwendelarij
|
Schwindelei
|
geknoei; gemors
|
bedrog; gejok; gelieg; gezwendel; knoeierij; leugen; misleiding; nep; onechtheid; onwaarheid; oplichterij; oplichting; valsheid; verlakkerij; zwendel; zwendelarij
|
Veruntreuung
|
geknoei; gemors
|
diefstal; fraude; malversatie; misbruik van vertrouwen; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
|