Niederländisch
Detailübersetzungen für erdoor brengen (Niederländisch) ins Deutsch
erdoor brengen:
-
erdoor brengen
durchbringen-
durchbringen Verb (bringe durch, bringst durch, bringt durch, brachte durch, brachtet durch, durchgebracht)
-
Konjugationen für erdoor brengen:
o.t.t.
- breng erdoor
- brengt erdoor
- brengt erdoor
- brengen erdoor
- brengen erdoor
- brengen erdoor
o.v.t.
- bracht erdoor
- bracht erdoor
- bracht erdoor
- brachten erdoor
- brachten erdoor
- brachten erdoor
v.t.t.
- heb erdoor gebracht
- hebt erdoor gebracht
- heeft erdoor gebracht
- hebben erdoor gebracht
- hebben erdoor gebracht
- hebben erdoor gebracht
v.v.t.
- had erdoor gebracht
- had erdoor gebracht
- had erdoor gebracht
- hadden erdoor gebracht
- hadden erdoor gebracht
- hadden erdoor gebracht
o.t.t.t.
- zal erdoor brengen
- zult erdoor brengen
- zal erdoor brengen
- zullen erdoor brengen
- zullen erdoor brengen
- zullen erdoor brengen
o.v.t.t.
- zou erdoor brengen
- zou erdoor brengen
- zou erdoor brengen
- zouden erdoor brengen
- zouden erdoor brengen
- zouden erdoor brengen
diversen
- breng erdoor!
- brengt erdoor!
- erdoor gebracht
- erdoor brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für erdoor brengen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
durchbringen | erdoor brengen |