Niederländisch
Detailübersetzungen für eraf schoppen (Niederländisch) ins Deutsch
eraf schoppen:
-
eraf schoppen
hinabstossen-
hinabstossen Verb
-
Konjugationen für eraf schoppen:
o.t.t.
- schop eraf
- schopt eraf
- schopt eraf
- schoppen eraf
- schoppen eraf
- schoppen eraf
o.v.t.
- schopte eraf
- schopte eraf
- schopte eraf
- schopten eraf
- schopten eraf
- schopten eraf
v.t.t.
- heb eraf geschopt
- hebt eraf geschopt
- heeft eraf geschopt
- hebben eraf geschopt
- hebben eraf geschopt
- hebben eraf geschopt
v.v.t.
- had eraf geschopt
- had eraf geschopt
- had eraf geschopt
- hadden eraf geschopt
- hadden eraf geschopt
- hadden eraf geschopt
o.t.t.t.
- zal eraf schoppen
- zult eraf schoppen
- zal eraf schoppen
- zullen eraf schoppen
- zullen eraf schoppen
- zullen eraf schoppen
o.v.t.t.
- zou eraf schoppen
- zou eraf schoppen
- zou eraf schoppen
- zouden eraf schoppen
- zouden eraf schoppen
- zouden eraf schoppen
en verder
- ben eraf geschopt
- bent eraf geschopt
- is eraf geschopt
- zijn eraf geschopt
- zijn eraf geschopt
- zijn eraf geschopt
diversen
- schop eraf!
- schopt eraf!
- eraf geschopt
- eraf schoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für eraf schoppen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hinabstossen | eraf schoppen | afstoten; eraf duwen; erafschoppen |