Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. draagbaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für draagbaar (Niederländisch) ins Deutsch

draagbaar:

draagbaar Adjektiv

  1. draagbaar (te dragen)
    zu tragen; tragbar
  2. draagbaar (goedzittend)
    tragbar

draagbaar [de ~] Nomen

  1. de draagbaar (brancard; berrie; draagberrie)
    die Tragbahre; die Trage

Übersetzung Matrix für draagbaar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Tragbahre berrie; brancard; draagbaar; draagberrie
Trage berrie; brancard; draagbaar; draagberrie
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tragbar draagbaar; goedzittend; te dragen aanvaardbaar; draaglijk; te verdragen; verdraaglijk
zu tragen draagbaar; te dragen

Verwandte Wörter für "draagbaar":


Wiktionary Übersetzungen für draagbaar:

draagbaar
noun
  1. een baar waarop iets gedragen kan worden
adjective
  1. te dragen, met de mogelijkheid gedragen te worden

Cross Translation:
FromToVia
draagbaar Rollbahre gurney — a stretcher having wheeled legs
draagbaar Sänfte; Bahre; Trage litter — platform designed to carry a person or a load
draagbaar portabel; tragbar portable — able to be carried
draagbaar Trage; Tragbahre; Bahre stretcher — simple litter designed to carry a sick, injured, or dead person
draagbaar Trage civièredispositif munir de brancards sur lequel on porte à bras des fardeaux.
draagbaar portabel; tragbar portable — Que l’on peut déplacer