Niederländisch
Detailübersetzungen für dichtgegroeid (Niederländisch) ins Deutsch
dichtgegroeid:
-
dichtgegroeid (overgroeid)
zugewachsen-
zugewachsen Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für dichtgegroeid:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zugewachsen | dichtgegroeid; overgroeid |
Verwandte Wörter für "dichtgegroeid":
dichtgegroeid form of dichtgroeien:
-
dichtgroeien
Konjugationen für dichtgroeien:
o.t.t.
- groei dicht
- groeit dicht
- groeit dicht
- groeien dicht
- groeien dicht
- groeien dicht
o.v.t.
- groeide dicht
- groeide dicht
- groeide dicht
- groeiden dicht
- groeiden dicht
- groeiden dicht
v.t.t.
- ben dichtgegroeid
- bent dichtgegroeid
- is dichtgegroeid
- zijn dichtgegroeid
- zijn dichtgegroeid
- zijn dichtgegroeid
v.v.t.
- was dichtgegroeid
- was dichtgegroeid
- was dichtgegroeid
- waren dichtgegroeid
- waren dichtgegroeid
- waren dichtgegroeid
o.t.t.t.
- zal dichtgroeien
- zult dichtgroeien
- zal dichtgroeien
- zullen dichtgroeien
- zullen dichtgroeien
- zullen dichtgroeien
o.v.t.t.
- zou dichtgroeien
- zou dichtgroeien
- zou dichtgroeien
- zouden dichtgroeien
- zouden dichtgroeien
- zouden dichtgroeien
diversen
- groei dicht!
- groeit dicht!
- dichtgegroeid
- dichtgroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für dichtgroeien:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zuwachsen | dichtgroeien |