Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. creneleren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für creneleren (Niederländisch) ins Deutsch

creneleren:

creneleren Verb (creneleer, creneleert, creneleerde, creneleerden, gecreneleerd)

  1. creneleren (insnijden)
    kerben; einschneiden; einkerben
    • kerben Verb (kerbe, kerbst, kerbt, kerbte, kerbtet, gekerbt)
    • einschneiden Verb (schneide ein, schneidest ein, schnitt ein, schnittet ein, eingeschnitten)
    • einkerben Verb (kerbe ein, kerbst ein, kerbt ein, kerbte ein, kerbtet ein, eingekerbt)

Konjugationen für creneleren:

o.t.t.
  1. creneleer
  2. creneleert
  3. creneleert
  4. creneleren
  5. creneleren
  6. creneleren
o.v.t.
  1. creneleerde
  2. creneleerde
  3. creneleerde
  4. creneleerden
  5. creneleerden
  6. creneleerden
v.t.t.
  1. heb gecreneleerd
  2. hebt gecreneleerd
  3. heeft gecreneleerd
  4. hebben gecreneleerd
  5. hebben gecreneleerd
  6. hebben gecreneleerd
v.v.t.
  1. had gecreneleerd
  2. had gecreneleerd
  3. had gecreneleerd
  4. hadden gecreneleerd
  5. hadden gecreneleerd
  6. hadden gecreneleerd
o.t.t.t.
  1. zal creneleren
  2. zult creneleren
  3. zal creneleren
  4. zullen creneleren
  5. zullen creneleren
  6. zullen creneleren
o.v.t.t.
  1. zou creneleren
  2. zou creneleren
  3. zou creneleren
  4. zouden creneleren
  5. zouden creneleren
  6. zouden creneleren
diversen
  1. creneleer!
  2. creneleert!
  3. gecreneleerd
  4. crenelerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für creneleren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
einkerben creneleren; insnijden een inkeping maken; groeven; in hout schrijven; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven
einschneiden creneleren; insnijden coifferen; doordouwen; doordringen; doorzetten; een inkeping maken; groeven; in hout schrijven; inkepen; inkerven; insnijden; kappen; kepen; kerven; knippen; penetreren; snipperen; verknippen; versnipperen
kerben creneleren; insnijden tanden; uittanden