Niederländisch
Detailübersetzungen für bitter worden (Niederländisch) ins Deutsch
bitter worden:
-
bitter worden (verbolgen worden)
Konjugationen für bitter worden:
o.t.t.
- word bitter
- wordt bitter
- wordt bitter
- worden bitter
- worden bitter
- worden bitter
o.v.t.
- werd bitter
- werd bitter
- werd bitter
- werden bitter
- werden bitter
- werden bitter
v.t.t.
- ben bitter geworden
- bent bitter geworden
- is bitter geworden
- zijn bitter geworden
- zijn bitter geworden
- zijn bitter geworden
v.v.t.
- was bitter geworden
- was bitter geworden
- was bitter geworden
- waren bitter geworden
- waren bitter geworden
- waren bitter geworden
o.t.t.t.
- zal bitter worden
- zult bitter worden
- zal bitter worden
- zullen bitter worden
- zullen bitter worden
- zullen bitter worden
o.v.t.t.
- zou bitter worden
- zou bitter worden
- zou bitter worden
- zouden bitter worden
- zouden bitter worden
- zouden bitter worden
diversen
- word bitter!
- wordt bitter!
- bitter geworden
- bitter wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für bitter worden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
erbittern | bitter worden; verbolgen worden | |
verbittern | bitter worden; verbolgen worden | bitter maken; verbitteren; vergrammen |
Computerübersetzung von Drittern: