Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. afvaardiging:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afvaardiging (Niederländisch) ins Deutsch

afvaardiging:

afvaardiging [de ~ (v)] Nomen

  1. de afvaardiging (delegatie; deputatie)
    die Delegation; die Gesandtschaft; die Deputation; die Abordnung

Übersetzung Matrix für afvaardiging:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Abordnung afvaardiging; delegatie; deputatie gezantschap
Delegation afvaardiging; delegatie; deputatie gezantschap; missie; roeping; zending met speciale opdracht
Deputation afvaardiging; delegatie; deputatie gezantschap
Gesandtschaft afvaardiging; delegatie; deputatie gezantschap; legatie

Verwandte Wörter für "afvaardiging":

  • afvaardigingen