Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. abstineren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für abstineren (Niederländisch) ins Deutsch

abstineren:

abstineren Verb (abstineer, abstineert, abstineerde, abstineerden, geabstineerd)

  1. abstineren (vasten)
    fasten; enthalten
    • fasten Verb (faste, fastest, fastet, fastete, fastetet, gefast)
    • enthalten Verb (enthalte, enthältest, enthält, enthielt, enthieltet, enthalten)
  2. abstineren (onthouden; afwijzen; afwimpelen; bedanken; afslaan)
    abschlagen; sich enthalten; enthalten
    • abschlagen Verb (schlage ab, schlagst ab, schlagt ab, schlagte ab, schlagtet ab, abgeschlagen)
    • enthalten Verb (enthalte, enthältest, enthält, enthielt, enthieltet, enthalten)

Konjugationen für abstineren:

o.t.t.
  1. abstineer
  2. abstineert
  3. abstineert
  4. abstineren
  5. abstineren
  6. abstineren
o.v.t.
  1. abstineerde
  2. abstineerde
  3. abstineerde
  4. abstineerden
  5. abstineerden
  6. abstineerden
v.t.t.
  1. ben geabstineerd
  2. bent geabstineerd
  3. is geabstineerd
  4. zijn geabstineerd
  5. zijn geabstineerd
  6. zijn geabstineerd
v.v.t.
  1. was geabstineerd
  2. was geabstineerd
  3. was geabstineerd
  4. waren geabstineerd
  5. waren geabstineerd
  6. waren geabstineerd
o.t.t.t.
  1. zal abstineren
  2. zult abstineren
  3. zal abstineren
  4. zullen abstineren
  5. zullen abstineren
  6. zullen abstineren
o.v.t.t.
  1. zou abstineren
  2. zou abstineren
  3. zou abstineren
  4. zouden abstineren
  5. zouden abstineren
  6. zouden abstineren
diversen
  1. abstineer!
  2. abstineert!
  3. geabstineerd
  4. abstinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für abstineren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abschlagen abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afbikken; afketsen; afkeuren; afkloppen; afstemmen; afwijzen; bedanken; danken; ricocheren; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegbikken; wegstemmen
enthalten abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden; vasten behelzen; bevatten; bijsluiten; bijvoegen; hongerstaken; inhouden; insluiten; omtrekken; onthouden; opnemen; opslaan; toevoegen
fasten abstineren; vasten hongerstaken
sich enthalten abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden zich onthouden

Wiktionary Übersetzungen für abstineren:


Cross Translation:
FromToVia
abstineren sich enthalten abstain — refrain from