Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. aanstellerig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanstellerig (Niederländisch) ins Deutsch

aanstellerig:

aanstellerig Adjektiv

  1. aanstellerig (overdreven; theatraal)
  2. aanstellerig (gekunsteld; dikdoenerig)
    anstellen; geziert

Übersetzung Matrix für aanstellerig:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anstellen aannemen; aantrekken; afdekken; afruimen; in dienst nemen; inhuren; opruimen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
affektiert aanstellerig; overdreven; theatraal bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gedwongen; geforceerd; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; gewrongen; gezocht; kunstmatig; onnatuurlijk
anstellen aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld
geziert aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk
schwülstig aanstellerig; overdreven; theatraal bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; opgezet dier; pompeus
sich anstellen aanstellerig; overdreven; theatraal
theatralisch aanstellerig; overdreven; theatraal bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus
zimperlich aanstellerig; overdreven; theatraal
übertrieben aanstellerig; overdreven; theatraal bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; extreem; mateloos; overdadig; overdreven; overmatig; tomeloos; uitermate

Verwandte Wörter für "aanstellerig":

  • aanstellerige